Prinsjesdag: Overdrachtsbelasting

Op Prinsjesdag worden er soms onderwerpen benoemd waarvan later weinig meer wordt vernomen. Een punt dat bijvoorbeeld kort genoemd werd was de overdrachtsbelasting. In eerste instantie is deze al in 2011 voor bepaalde transacties verlaagd van 6% naar 2%; een goede stap. Gelukkig blijft deze verlaging nog steeds van kracht. Voor de duidelijkheid geef ik hieronder even aan wanneer 2% en wanneer 6% overdrachtsbelasting moet worden toegepast.

Op Prinsjesdag worden er soms onderwerpen benoemd waarvan later weinig meer wordt vernomen. Een punt dat bijvoorbeeld kort genoemd werd was de overdrachtsbelasting. In eerste instantie is deze al in 2011 voor bepaalde transacties verlaagd van 6% naar 2%; een goede stap. Gelukkig blijft deze verlaging nog steeds van kracht. Voor de duidelijkheid geef ik hieronder even aan wanneer 2% en wanneer 6% overdrachtsbelasting moet worden toegepast.

Overdrachtsbelasting is een belasting die je moet betalen als je een bestaande woning, vakantiewoning, winkel- of bedrijfspand koopt of op een andere manier krijgt, bijvoorbeeld door schenking of overlijden van je ouders. De overdrachtsbelasting is 2% van de koopsom van een bestaande woning. Voor een winkel- of bedrijfspand betaal je het hogere percentage van 6%. Voor de overdrachtsbelasting is de waarde in het economische verkeer belangrijk. De grondslag waar je het percentage over moet berekenen is de koopsom of, indien deze hoger is, de waarde in het economische verkeer, art. 9 lid 1 WBR.

Per 1 januari 2015 eindigt de tijdelijke verlengde termijn van vermindering van overdrachtsbelasting bij doorverkoop. Deze termijn gaat dan waarschijnlijk terug van drie jaar naar zes maanden. Nu is het nog zo dat er geen overdrachtsbelasting wordt geheven als een woning (of andere onroerende zaak) binnen drie jaar wordt doorverkocht. Voorwaarde is wel dat de woning de tweede keer is verkocht voor een prijs die lager dan of gelijk is aan de prijs van de eerste verkoop. 

Als de eerste overdracht nog voor 1 januari 2015 plaatsvindt, geldt de termijn van drie jaar nog wel. De tweede overdracht moet dan vóór 1 januari 2018 zijn voltooid. Belangrijk is om te weten dat de verlengde termijn niet alleen van toepassing is op woningen maar ook op bedrijfspanden en andere onroerende zaken. In 2011 was de termijn uitsluitend voor woningen verlengd tot twaalf maanden. Vaak wordt dit vergeten en wordt er te snel uitgegaan dat het alleen voor woningen is.

Bron: Rudi Düpper: www.equityaccountants.nl.