WHOA Onderhands akkoord voor faillissement?

Wat zijn de gevolgen voor horeca ondernemers? Wet Homologatie Onderhands Akkoord WHOA Bedrijven die financieel in zwaar weer zitten krijgen door deze wet meer kans om succesvol te reorganiseren. Naar het voorbeeld van onder meer de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk verscheen op 5 september 2017 het voorstel ‘Wet homologatie onderhands akkoord ter voorkoming van faillissement’ (‘WHOA’). Met dit wetsvoorstel kan een rechtbank overgaan tot homologatie (bevestiging) van een akkoord voor sanering en herstructurering van de schulden van een schuldenaar. Het wetsvoorstel is op 26 mei 2020 met algemene stemmen aangenomen in de Tweede Kamer en is nu in afrondende fase bij de Eerste kamer. De plenaire behandeling staat op de agenda, verwacht wordt dat het voorstel wordt aangenomen en zal daarna in de Staatscourant worden afgekondigd.

Het wetsvoorstel regelt dat er in de Faillissementswet een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders betreffende de herstructurering van schulden door de Rechtbank goedgekeurd kan worden (homologeren). De homologatie betekent dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Zij die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen toch aan het akkoord worden gebonden als de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan bepaalde eisen voldoet. Dit wordt ook wel een dwangakkoord genoemd.
 
Met dit voorstel krijgen ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken maar beschikken over bedrijfsactiviteiten die nog wel levensvatbaar zijn. Hiermee wordt het reorganiserend vermogen van deze ondernemingen versterkt
 
Doel van de WHOA
De WHOA richt zich op ondernemingen die rendabele bedrijfsactiviteiten hebben, maar door een te zware schuldenlast toch insolvent dreigen te raken. Het doel is het reorganiserend vermogen van deze ondernemingen te versterken. Dit gebeurt door te voorkomen dat een kleine groep schuldeisers of aandeelhouders belangen van overige betrokkenen (zoals andere schuldeisers en werknemers) schaadt door op oneigenlijke gronden een herstructurering tegen te houden, waardoor een faillissement als enige optie over blijft.
 
Achtergrond van de WHOA
Momenteel is het reorganiserend vermogen van onderhands herstructureren, een faillissement of surseance van betaling beperkt. Het is vooral lastig een akkoord te bereiken met (groepen) schuldeisers; zij kunnen maar zeer beperkt tot een akkoord worden gedwongen. Als er enkele schuldeisers of aandeelhouders zijn die niet willen meewerken, resteert veelal niets anders dan hen volledig tegemoet te komen (volledige betaling van de schuldeiser en/of rechten van de aandeelhouder ongemoeid laten). De WHOA beoogt dit probleem te verhelpen.
 
De WHOA in het kort
Met dit wetsvoorstel kan de rechtbank overgaan tot homologatie (bevestiging) van een akkoord voor sanering en herstructurering van de schulden van een schuldenaar. Schuldeisers of aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen toch aan het akkoord worden gebonden. Een dergelijke regeling bestaat al geruime tijd in de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk. De WHOA stelt voorop dat de schuldenaar eerst minnelijk probeert met zijn schuldeisers en aandeelhouders tot een akkoord te komen. Wanneer dit niet slaagt, kan een akkoord onder de WHOA worden aangeboden.

Dit moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. De totstandkoming van het akkoord is noodzakelijk en toereikend om een dreigend faillissement van de onderneming af te wenden.

  2. Er is in ieder geval één categorie (hierna: klasse) van betrokken schuldeisers of aandeelhouders die het akkoord in ruime meerderheid steunt.

  3. Het akkoord is redelijk. De schuldeisers en aandeelhouders die bij het akkoord worden betrokken, zijn gezamenlijk gebaat bij het akkoord of gaan er in ieder geval niet op achteruit. Dit betekent ten minste dat:

    1. De schuldeisers en aandeelhouders op basis van het akkoord niet in een wezenlijk slechtere positie komen dan in faillissement.

    2. De met het akkoord gemoeide herstructureringslasten, alsmede de waarde die met het akkoord kan worden gerealiseerd (dat wil zeggen de ‘going concern’ waarde van de betrokken onderneming) eerlijk onder de klassen van schuldeisers en aandeelhouders worden verdeeld.

Voor het bepalen van de ‘going concern’-waarde, ook wel 'marktwaarde' is het natuurlijk essentieel (zowel voor de onderneming als de schuldeisers) dat er een reële waardering plaatsvindt. Hierbij is het inzetten van een deskundige horeca taxateur die ervaring heeft met waarderen van ondernemingen, zoals Arends Horecamakelaars BV aan te bevelen.

Lukas Arends RM RTsv
Senior horecamakelaar
Register taxateur special valuations